Mijn zwangerschap werd al begeleid door een gynaecoloog. Mijn angsten om de kleine man te verliezen, lagen op tafel. Er was sprake van vele echo’s die allen goed waren. Conclusie? Angst om te bevallen. Ik vond deze conclusie heel gepast. Mijn eerste was een hele klus geweest en Benjamin had een aantal dagen doorgebracht op de ic neonatologie wegens ademhalingsproblemen. En toch…..toch bleef het maar knagen.
Onrust en angst
Na een voorspoedige bevalling was Olivier daar. Een klein pittig mannetje van net geen 2500 gram. De angst was weg! Olivier hield zichzelf op temperatuur. Zijn glucoses (suikers) bleven redelijk met minimale ondersteuning. Wat een kanjer. En zo snel als de angst verdwenen was, kwam deze ook weer terug. Al op de eerste dag kreeg Olivier vlekjes over zijn hele lijf. Kleine bloedinkjes die passen bij infectie. Hij werd een paar keer nagekeken, maar vertoonde verder geen tekenen van een infectie en deed het goed. Maar de knagende onrust, het gevoel dat mijn kindje dood zou gaan, was terug en vertrok niet meer. Even was ik zorgeloos geweest.
Het lastige was dat de dokter in mij het eens was met de dokter die kwam kijken. Er was verder niks te vinden…op dat moment…. Die onrust en angst is iets wat ik van meer moeders om mij heen herken. Sterker nog, een collega tegen wie ik erg op kijk, zegt altijd dat als de moeder echt het gevoel heeft dat er iets niet klopt het kind moet worden opgenomen. Dit principe hanteer ik zelf ook binnen mijn werk. Het omdraaien van het principe naar jezelf toe is een stuk lastiger.
Een objectieve derde mening
We waren inmiddels thuis. Olivier was 6 dagen oud en weer liepen we tegen het gevoel aan. Olivier dronk slecht, viel af na initieel aangekomen te zijn en was erg geel. Wij vertrouwden het niet. Onze verloskundige en de kraamzorg dachten hier anders over en onze onzekerheid dreef boven. Zaten wij er als ouders, maar ook als artsen, zo naast? Was de hormonale invloed van de eerste dagen met een tweede kindje dan toch zo groot. We hadden een objectieve derde mening nodig en vertrokken naar het ziekenhuis.
Hier aangekomen schrokken we van ons eigen kind. Het licht van de spoedeisende hulp en de collega’s waren ineens de overweldigende steun in de rug dat het niet goed met hem ging. De dienstdoende kinderarts trok dan ook al bij binnenkomst in de kamer de conclusie; ‘Jullie gaan niet meer naar huis. Olivier moet worden opgenomen en gaat onder de lamp.’ Zijn geelzucht was zo heftig dat ze snel met hem aan de slag gingen. Een infuus, een sonde voor voeding, in zijn luiertje onder de lamp en dan komt alles goed. Ik heb gehuild vanwege de erkenning van mijn gevoel dat er iets niet klopte. Dat knagen bleef helaas wel knagen, maar ik parkeerde het even in deze diagnose en in dit behandelplan. Bijna dankbaar voor de afwijkingen die hij had. Er was inderdaad iets, maar iets wat op te lossen was!
Dit was niet goed
We gingen voor een aantal dagen onder de lamp en weer naar huis. Helaas na twee dagen lamp was daar dat rottige, onrustige gevoel weer. Dat gevoel dat ik al maanden mee droeg en me bijna deed twijfelen aan mijn eigen denkvermogen. Olivier kwam grauw en grijs onder de lamp vandaan. Een kleur die niet paste bij mijn kind. Dit keer deed mijn gevoel me overtuigend overkomen op de artsen. Ik wilde meer onderzoek en wel nu. Zo geschiedde. Ik en mijn gevoel gingen tegelijk nog even geboortekaartjes uitdelen aan mijn collega’s op een andere verdieping. Olivier lag lekker bij pappa dus het kon even! Bij terugkomst zat de kamer van Olivier vol met kinderartsen en ik had drie gemiste oproepen. Dit was niet goed. Helemaal niet goed. Hallo gevoel.