We sliepen zo veel mogelijk met zijn allen in één bed, gewoon omdat het kon. Ollie was overal. In ons hoofd en hart. In onze gesprekken en dromen. We waren een soort combinatie van extreem ontspannen en extreem op scherp. Olivier was dood en zo ook een stukje van ons. We probeerden dit te helen met lekker eten, goede hotels en cadeautjes voor Benjamin. We waren ineens extreem assertief, wanneer ons iets niet beviel in een hotel. In Amerika een goede strategie, bleek na enkele mooie upgrades.
Eerste mijlpaal
We gingen voor het eerst skiën met Benjamin. We gingen sleeën. We reden door Canada en werden daar geconfronteerd met de eerste mijlpaal na het overlijden van Olivier. Het was een maand geleden. Duizelig van verdriet trokken we ons terug in een enorm resort. We hadden discussies over wat te doen die eerste mijlpaal. We kozen voor een dagje Vancouver Island en dwaalden wat door de stad. Het regende pijpenstelen. Ons humeur deed mee. Uit pure verveling besloten we een klein museum in te gaan. Het bleek er schitterend en Benjamin genoot volop van een opgezette mammoet, oude nagemaakte boten en meer kindvriendelijkheid. Er kwam een beetje lucht in onze dag.
We besloten naar de botanische tuinen te gaan. Een toeristische trekpleister waar wij met name geïnteresseerd waren in de Japanse tuin. We zochten rust en groen om even aan Ollie te denken en een mooi plekje voor één van zijn steentjes. Ondanks de regen lukte het en kregen we nog wat lucht terug. Wat een dag. Het idee dat elke mijlpaal in het verlies van Ollie zo zou zijn, deed ons huiveren. Zo sterk als we waren geweest, zo instabiel voelden we ons nu. We zochten en vonden de kracht om door te reizen. Het werd beter.
Stuk van binnen
We bezochten musea en dierentuinen en telkens weer zagen we families met twee kinderen. Van buiten gezien gelukkige gezinnen met gezonde kinderen. Wij beseften ons dat de buitenkant een andere voorstelling kan geven. Olivier zag er ook altijd puntgaaf uit, maar hij was zo enorm stuk vanbinnen. We zijn hier tijdens zijn ziekteproces zo vaak tegenaan gelopen. Maar toch. Het zien van ogenschijnlijk gelukkige gezinnen van vier stak. Het deed pijn, hoezeer ik het iedereen ook gun. Ik vroeg me dan af hoe wij als gezin overkwamen. Een gezinnetje met één zoontje. Zouden mensen zich afvragen waarom we er zo slecht uit zagen? Zouden mensen denken wacht maar tot je er twee hebt? Ja dat laatste zouden mensen zelfs zeggen. Goed bedoeld, maar onze open zenuw. Ook al waren we het al wat gewend geraakt in de maanden tijdens zijn ziek zijn, makkelijk werd het nog niet. Het begon met de dametjes bij de bakker die zeiden dat hij een vrouwenverslinder zou worden en ging nu door in deze vorm.
Verlangen
Ik wist en voelde dat dit onbelangrijk was en ik me daar niets van aan moet trekken. Het is echter niet zo simpel. Het confronteert je met je grootste pijn, je grootste angst en de vervlogen dromen. En al is het kort, het geeft je gedachten even een slinger. Op een goede dag een slinger naar die ene zin: ze zouden eens moeten weten. Op een slechte dag een slinger in de pijn in het hoofd en hart. Even weer die druk op de borst. Onbedoeld, zonder schuld, maar met impact. De confrontatie met gezinnen van vier bleef ook. En al zijn het tegenwoordig gezinnen van vijf die pijn doen, omdat er eentje uit ons gezin van nu vijf mist, het resultaat is er niet anders op.
Elke aangekondigde zwangerschap van vriendinnetjes die een derde krijgen, doet me verlangen naar onze eigen derde. Onze Olivier. Een verlangen uit liefde voor onze mannen. Een verlangen dat niet op te lossen is…