Benjamin speelde inmiddels al om ons heen. Hij was het getreuzel van zijn ouders ineens zat en pakte de deksel. Hij zei: ’Zo, nu is het klaar.’ En deed de deksel dicht. We waren verbaasd, maar moesten ineens heel hard lachen om zijn kortdate optreden. We lieten de deksel dicht. Het was goed zo. Met een lach en een traan strikten we de mand dicht en tot hilariteit van onszelf probeerden we de mand horizontaal de trap af te krijgen naar de ontbijttafel.
Met z'n viertjes
We aten met zijn viertjes. Ollie in zijn mand op tafel en wij op de stoelen. Niet dat we echt aten, maar voor Benjamin deden we het zo normaal mogelijk. De grootouders en de uitvaartdame kwamen. De grootouders zouden op Benjamin letten terwijl wij…. ja dat krijg ik nog steeds niet altijd makkelijk uit mijn mond en al helemaal niet makkelijk op papier…. terwijl wij Olivier naar het crematorium brachten. Benjamin zei gedag tegen zijn broertje en wij tilden Olivier in zijn mandje naar de uitvaartauto.
Achterin, met hem tussen ons in op de bank, reed onze uitvaartdame ons naar de Nieuwe Ooster. We waren er nog nooit geweest, maar voelden het dichterbij komen terwijl we reden. Een groot ijzeren hek begroette ons. Ze meldde ons aan bij de portier. Het was nog vroeg, want zo moet dat bij kindjes blijkbaar. Iets met de temperatuur van de oven was ons verteld, maar daar moet je maar niet te veel bij stilstaan. Het gebouw waar we stopten was imposant. Er kwamen twee keurig geklede uitvaartmedewerkers naar de deur. Wij stapten uit en tilden hem zelf naar binnen, waar hij samen met ons met alle egard naar een ruimte werd gebracht waar we even moesten wachten.
Ons tweede kindje
We moesten even stilstaan bij wat er komen zou. En hier gingen we helemaal stuk. Daar sta je dan met een rieten mand waar je overleden kindje in ligt. Ons tweede kindje dat ervoor zorgde dat we verhuisden naar ‘suburbia‘, zoals we dat altijd zeggen. Ons kindje waarmee we hadden gedroomd een boevenbende van vier te vormen die in Bali surfend de stranden onveilig zou maken. Ons kindje dat maar twee jaartjes scheelde met zijn broer en waarvan we hoopten dat ze een fijne band zouden opbouwen. Al die beelden schoten door ons hoofd en we zakten bijna door onze benen. Hoe moesten we dit nu weer doen.
De oven
Om precies 9 uur werden we opgehaald door de net geklede mensen. We mochten met de lift naar boven. We zouden dan nog voor een deur komen te staan waarachter de oven was. Nerveus tilden we Ollie samen naar de lift. De hele korte rit voelde extreem lang. De deuren schoven open en daar was ineens al die oven. De andere deuren stonden open. Hier waren we even niet op voorbereid en we wankelden op onze benen. Letterlijk en figuurlijk. Herpakken. Zuchten. Er waren nog maar een paar passen tussen ons en de oven. We liepen deze met lood in onze schoenen. We kregen instructies hoe we hem neer moesten zetten. We waren nerveus alsof we rijexamen hadden.
We maakten kennis met de ovenmeester. Brrrrr. Hij had speciaal voor kinderuitvaarten een kleine overschuif gemaakt. Fijn, maar hier konden we even helemaal niets mee. Extra informatie in een vol brein. Een laatste aai over de mand. Spulletjes die erop lagen, namen mee. Onze uitvaartdame bleef bij Ollie. Dit was zo fijn. Ze zou overzien dat hij de oven in ging. Wij wilden en konden dit niet. Dit hadden we gelukkig goed besproken. We mochten ook zelf op het knopje drukken, had ze al vaak aangeboden, maar dat hoefde van ons echt niet. Het omdraaien en weglopen was van een symboliek die we wel moesten ondergaan. Lift naar beneden. Ineens heel nodig moeten plassen. En snel naar buiten.
Het was goed zo
Frisse lucht. Huilen en knuffelen. Omdat de uitvaartdame bij Olivier was gebleven, moesten we even wachten totdat het klaar was. Het is hier dus de crematie van onze zoon. Niet te doen. We pakten elkaars hand heel stevig vast en besloten een wandeling te maken over de begraafplaats. We liepen door de lange laan met bomen. Wetende dat Olivier nu werd gecremeerd. Ineens, terwijl er niks geks was, begonnen alle vogels te kwetteren. De zon brak door en verwarmde onze gezichten. Het was goed zo. Dit moet onze Ollie zijn, zeiden we. Here comes the sun and it’s allright...