Ik dacht aan gesprekken uit het verleden. Gesprekken die me raakten. Over het aantal kinderen dat we hebben bijvoorbeeld. Over het zinnetje: ‘Heb je het inmiddels verwerkt?’, waar ik al eerder over schreef. Ik dacht na over verloren en gewonnen vriendschappen. Over familie en andere beesten, zoals we dat gekscherend zeggen. Over de hobbels en bobbels van het leven. De conclusie van dit alles is eigenlijk simpel. We kunnen niet in de hoofden van anderen kijken. Niemand weet hoe vol ons hoofd is met Ollie, hoe onze dagelijkse dingen veranderd zijn.
Verlies van controle
Dat Ollie meer ruimte in neemt dan die andere twee kinderen bij mekaar. Dat zeggen dat we er twee hebben geen recht doet aan Ollie, aan de andere kinderen en de drukte in ons hoofd. Hoe een slaappartijtje van Benjamin voor ons een nacht wakker liggen is. We liggen wakker, omdat er dan nog een kind mist in zijn bedje. We liggen wakker vanwege het verlies aan controle. Raar, maar waar. Ook niet rationeel natuurlijk.
Hoe we soms onze billen samenknijpen als Benjamin onverwacht met iemand anders mee naar huis rijdt. Hoe we kunnen schrikken van een verdrietig snoetje op foto’s van school of de opvang. Hoe we alles willen gladstrijken voor hem in het leven, al weten we dat het niet kan. Hoe we dan maar duimen dat hij weinig last heeft van de kinderen die lelijk doen. Want kinderen, ja echt alle kinderen, doen weleens lelijk. Hoe we hopen dat hij het niet doet naar anderen, maar weten dat ook hij een kind is. Hoe wij het spelletje dood en verderf, wat blijkbaar hip is onder kleuters, verafschuwen. Hoe het ‘Ik maak je dood met mijn pistool’ in ons hoofd een belletje doet rinkelen. Misschien moet ik zeggen: een gong doet slaan.
Compassie
Wij kunnen daarentegen ook niet in de hoofden kijken van anderen. Hoe ons leed hen doet denken aan eigen leed. Hoe ze zich geen houding weten te geven. Hoe ze misschien het onderwerp zat zijn. Mijn eigen vader zei nota bene deze maand of het weer over het geijkte onderwerp ging. En dat doet pijn. Het is een klap in de wond. De vraag is alleen of dat terecht is. Vanuit ons terecht is, dus. Het enige antwoord op dit alles is compassie. Een beetje meer compassie voor alles en iedereen. Het zou onze hele maatschappij niet misstaan overigens.
De tweede sleutel
Dit alles kwam samen in een mooi interview dat ik samen met Thinka mocht geven op Radio 1. Er was onwetendheid, doorvragen, nieuwsgierigheid en compassie. En die nieuwsgierigheid kan nog wel eens de tweede sleutel zijn. Het is de remedie voor de onwetendheid en de sleutel naar begrip. Vraag elkaar eens wat er speelt, waarom een reactie zo is. Waar het vandaan komt en waar ze als mens naartoe gaan. Of willen gaan. Ik denk dat we dan veel kunnen leren van elkaar. Het opent in ieder geval deuren naar nieuwe perspectieven.
Zo prikkelen we onszelf en elkaar en wie weet wordt onze wereld, ondanks het reisverbod, nog wel wat groter. Die van mij in ieder geval wel. Ik begin aan mijn nieuwe baan vol onwetendheid, maar met een hele hoop nieuwsgierigheid en met compassie. Op naar een rooskleurige toekomst.