De momenten ’s ochtends herinner ik me het beste. Haar dag- en nachtritme zat er na al die tijd in het ziekenhuis goed in. Vanaf een uur of 7 werd Nora onrustig en nam ik haar mee naar het grote bed, waar we samen verder sliepen. Nora lag niet meer aan apparatuur, we hadden vertrouwen in ons vermogen haar te observeren. Ik had er nog nooit naast gezeten en was eerder te voorzichtig dan laconiek. Wel vond ik het fijn om naast haar te slapen, just in case. Ik deed alleen geen oog dicht. Arne wel. De weken dat ze thuis was, sliep hij naast haar. Gezellig was het niet voor ons samen, maar wel nodig. Hij deed het voor mij, zodat ik rustig kon slapen.
Klein vogeltje
Ik raakte verknocht aan haar geur, geluidjes en haar verschillende gezichtjes. Zelfs als ze huilde, had ze een heel lief tuitmondje. Ze leek dan net een klein vogeltje. We hebben het geluk dat Imme precies zo’n snoetje heeft. Heel fijn om in de kleinste broer iets van Nora terug te zien. Dat is overigens één van de weinige dingen. Waar Nora heel herkenbaar was toen ze geboren werd, waren mijn jongens dat niet. Nora’s zwarte haar en gelaatstrekken waren direct terug te voeren naar Arne en mij.
Odin daarentegen was praktisch kaal, zijn bolletje licht bedekt met blonde haartjes. Hij was een gulzige en dikke baby. Nog altijd is hij lekker compact, inmiddels met een enorme bos haar. Imme was en is lang en slank. Hij werd geboren met donkerblond haar, maar ook hij werd al gauw blond. Dat roept geregeld vragen op, aangezien Arne en ik allebei heel donker zijn. De eigenheid van ieder kindje is bijzonder. Of je kindje ziek is of niet. Haar heeft of kaal is. Het maakt gevoelsmatig niets uit. Het is jouw kindje.
Pasen
Met Pasen waren we bij onze beide ouders. Op eerste paasdag met alle Vossenkinderen bij elkaar in de boomgaard op de plek waar ik ben opgegroeid. Die dag dwarrelde zachtroze bloesem naar beneden. De blijdschap was voelbaar. Ik putte kracht uit het vrolijke gekwek en gelach van mijn neefjes en nichtjes. ‘Lau, waarom heeft Nora een slangetje in haar neus en een hartjessticker op haar wang?’ afgewisseld met lieve knuffels, want jemig wat had ik Nora lang niet met ze kunnen delen. En ze hadden zich, met mij, zo verheugd op haar komst.
De dag daarna waren we bij Arne’s ouders, Nora was hun eerste en enige kleinkind destijds. Mijn schoonzusje was zwanger. Nog altijd is is Nora het enige de Groote meisje, vier prachtige jongens kwamen na haar. Angstvallig probeerden we de tijd stil te zetten en ons gevoel te vangen in een familieportret. Ik koester ze. Het was een weekend dat ik me mijn leven lang zal herinneren. We hadden het goed met elkaar. We waren compleet.