Afgelopen vrijdag herhaalde dit tafereel zich. Len zijn vijfjarige halfzusje was op bezoek. Toen Laurens en Sam thuis kwamen van het ziekenhuis en Sam in zijn wagen naar binnen werd gereden, kwam de grote vraag weer: is dit een rolstoel?
Steeds vaker vragen
Sam was anderhalf jaar toen we een aangepaste buggy kregen. Een grote logge rode Stingray kinderwagen. Sam vond de wagen helemaal fantastisch. Eindelijk kon hij goed rechtop zitten en lekker om zich heen kijken. Als een koning in zijn troon werd hij trots rondgereden door Amsterdam Noord. Ik had er zelf nogal tegenop gezien en ik was zo blij dat de buggy er redelijk normaal uitzag en niet al te opvallend was. Inmiddels hebben we een maatje groter gekregen en rijden we met veel plezier de mooie blauwe wagen rond. Sam is nog steeds enorm gelukkig met zijn wagen. Je kunt hem bijna niet blijer maken dan met een wandeling door het parkje om de hoek.
Tot nu toe vond niemand het vreemd, een peuter in een kinderwagen. Maar de laatste tijd komen er steeds vaker vragen over. We zien dat mensen ook vaker naar Sam kijken, soms staren en dan snel wegkijken. De kinderwagen is niet veranderd, het is precies dezelfde buggy. Sam is ook niet echt veranderd, behalve dat hij enorm is gegroeid. Hij is 3,5 jaar met de lengte van een vijfjarige. En blijkbaar klopt dat beeld voor mensen niet meer: een groot kind in een kinderwagen. Dat moet dus wel een rolstoel zijn. En dan is het ook nog een ‘groot’ kind dat vrolijk hardop lacht en in zijn eigen taaltje praat. Dat maakt het plaatje vast compleet voor mensen.
Vol vreugde
Kinderen zijn altijd heel eerlijk in hun nieuwsgierigheid. Het zijn ook heel normale vragen die gesteld mogen worden. Laurens gaf aan dat hij het prima vindt als mensen naar Sam staren: ‘Laat ze maar lekker kijken naar ons vrolijke jochie’. Hij loopt trots achter de kinderwagen. Ik ook. Toch voelt het ook een beetje ongemakkelijk. Die kinderwagen zal ongetwijfeld over een tijdje ingeruild worden door een echte rolstoel.
Het voelt als de start van een nieuwe fase. Een fase waarin Sams fysieke uitdagingen steeds meer zichtbaar worden voor de buitenwereld en niet onopgemerkt blijven. Sam lijkt er geen last van te hebben. Waarschijnlijk valt het hem niet eens op. Ik hoop maar dat dit zo blijft. Dat hij altijd een vrolijk jongetje blijft, of hij nou in een kinderwagen zit, in een rolstoel wordt gereden of aan onze hand loopt. Vol vreugde, helemaal zichzelf.